Onderzoek wijst uit: bekendheid diensten O&O-fonds GEO kan beter

Pim Beljaars 765x300px

Pim Beljaars, secretaris en programmamanager: "Dus we komen na de zomer naar jullie toe!"

Bureau Bartels onderzoek & beleidsadvies heeft eind vorig jaar de dienstverlening van het O&O-fonds onderzocht en geëvalueerd. In de sector GEO zijn zo’n 8.000 mensen werkzaam, verdeeld over ruim dertig bedrijven. Het gaat om bedrijven die afval verzamelen, verwerken en recyclen. De algehele respons was hoog: 83%.

Het bestuur van het O&O-fonds is blij met de evaluatie, maar stelt dat de bekendheid van het fonds beter kan. Pim Beljaars: "Om dat te verbeteren hebben we direct actie ondernomen. Onze adviseurs zullen in de loop van dit jaar alle HR-afdelingen van GEO-bedrijven bezoeken om meer inzicht te geven in wat het O&O-fonds te bieden heeft. Onder het motto: "We komen naar jullie toe, niet in, maar na de zomer!".

Drie themalijnen
Het aanbod van het O&O-fonds is in het rapport geordend in drie themalijnen: arbeidsmarkt, opleiding & ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. Het bevorderen van de instroom van nieuwe medewerkers en het ondersteunen van de (loopbaan)ontwikkeling van zittende medewerkers in de sector GEO zijn de belangrijkste doelen van het O&O-fonds.

In het onderzoek werd gekeken naar de bekendheid met het opleidingsaanbod, de informatievoorziening over de opleidingen, de beoordeling van het dienstenaanbod en de bekendheid van de drie themalijnen. Ook is nagegaan wat effectieve methoden zijn om de bekendheid van het dienstenaanbod te versterken en zo het gebruik ervan te bevorderen.

Ondersteuningsaanbod
Overall stellen de onderzoekers vast dat het ondersteuningsaanbod van het O&O-fonds bij een belangrijk deel van de werkgevers in de GEO-sector in beeld is. Bij grofweg vier op de vijf bedrijven. Tussen de thema’s doen zich wel verschillen voor. Het aanbod op het gebied van duurzame inzetbaarheid is het meest bekend (84% 'geheel of gedeeltelijk'). Bij de andere twee thema’s is de bekendheid minder groot: arbeidsmarkt 61% en opleiden en ontwikkelen 54%.

De GEO-bedrijven blijken niet via één specifiek communicatiekanaal te worden bereikt, maar via meerdere naast elkaar. Met als uitschieters de digitale nieuwsbrief en allerlei vormen van persoonlijk contact. De informatievoorziening vanuit het fonds wordt overwegend als positief beoordeeld. Opvallend is dat de hand ook in eigen boezem wordt gestoken. Veel respondenten vinden dat zij een 'haal- én brengplicht' hebben. Met andere woorden: dat zij zelf ook actiever kunnen zijn.

Sterke punten
Het ondersteuningsaanbod van het O&O-fonds GEO wordt door ruim de helft van de respondenten als positief beoordeeld en door nog eens een kwart als neutraal. Als sterke punten worden benoemd de diversiteit in het aanbod en de aansluiting op de ondersteuningsbehoeften. Opvallend genoeg komt dit laatste punt ook als 'zwak' naar boven, in de zin van dat voor een deel van de bedrijven het aanbod onvoldoende onderscheidend en vernieuwend is.

Opmerkelijk populair in het opleidingsaanbod zijn de Safety Keet en het project Taalvaardigheid. Belangrijke verklaringen hiervoor zijn de goede aansluiting bij belangrijke vraagstukken die leven bij bedrijven en het complementaire ten opzichte van het eigen aanbod.

Een voorbeeld van een product dat minder scoort is de toolkit met materiaal voor de werving van personeel (bij de themalijn Arbeidsmarkt). Dit ondanks het feit dat de bedrijven die ermee hebben gewerkt over het algemeen positief zijn. Dat de bekendheid en het gebruik niet groot zijn heeft volgens de onderzoekers voor een belangrijk deel te maken met het feit dat de eigen wervingsactiviteiten in de optiek van de meeste GEO-bedrijven volstaan en een complementaire toolkit dus helemaal niet nodig is.

GEO Academie
Ook de bekendheid van de GEO Academie is onderzocht. 35% van de ondervraagden zegt ‘goed bekend’ te zijn met het instituut, 19% ‘deels, redelijk bekend’. Percentages die omhoog kunnen. Daarbij kunnen worden meegenomen de redenen die worden aangegeven om de GEO Academie niet te gebruiken: onbekendheid met het aanbod en de mogelijkheden, overtekening (bijvoorbeeld bij de projecten Safety Keet en Taalvaardigheid), en het weinig of niets toevoegen van een product aan de eigen opleidingsactiviteiten.